Statuten


Begripsomschrijvingen
Artikel 1
In deze statuten wordt verstaan onder:

  1. algemene vergadering, het orgaan bedoeld in artikel 2:40 van het Burgerlijk
    Wetboek (BW) en in artikel 20 lid 1 van deze statuten, te weten de algemene
    vergadering van de vereniging;
  2. bestuur, het orgaan bedoeld in artikel 2:44 van het BW en artikel 13 lid 1 en
    artikel 14 lid 1 van deze statuten, te weten het bestuur van de vereniging;
  3. boekjaar, het boekjaar is de periode waarin een volledige boekhouding wordt
    uitgevoerd. Het is dus ook de periode waarover de vereniging de
    jaarrekening maakt. De vereniging sluit een boekjaar af met de
    jaarafsluiting. Gewoonlijk duurt een boekjaar twaalf maanden.
  • 2 –
  1. bond, de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Koninklijke
    Nederlandsche Schaatsenrijders Bond, met statutaire zetel in de gemeente
    Utrecht, ingeschreven in het handelsregister onder dossiernummer
    40506465;
  2. bondsbestuur, het orgaan bedoeld in artikel 2:44 van het BW en artikel 16
    lid 1 en in artikel 17 lid 1 van de statuten van de bond, te weten het bestuur
    van de bond;
  3. donateurs, zijn natuurlijke personen of rechtspersonen, die door het bestuur
    als donateur zijn toegelaten en die zich jegens de vereniging verplichten om
    jaarlijks een eenmalige en door de algemene vergadering vastgestelde
    bijdrage te voldoen;
  4. hij, waar hij gebruikt wordt kan ook zij, die of hen worden gelezen (indien
    van toepassing);
  5. jaarrekening, de balans en de staat van baten en lasten met de toelichting
    van de vereniging;
  6. langs elektronische weg, indien degene met wie wordt gecommuniceerd
    hiermee instemt, kunnen schriftelijke mededelingen aan respectievelijk van
    de vereniging geschieden door een langs elektronische weg toegezonden
    leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door de vereniging
    respectievelijk degene met wie wordt gecommuniceerd voor dit doel aan de
    degene met wie wordt gecommuniceerd respectievelijk de vereniging bekend
    is gemaakt;
  7. leden, alle natuurlijke personen die via een lidmaatschap bij de vereniging
    betrokken zijn. Dit omvat sportende leden, bestuursleden, trainers en
    natuurlijke personen betrokken bij de verenigingsorganisatie, haar
    activiteiten en accommodatie(s), voor zover deze statuten geen nader
    onderscheid maken of het tegendeel uit het zinsverband blijkt;
  8. vereniging, de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid bedoeld in artikel
    2 lid 1 van deze statuten.
  9. verenigingsjaar, ieder jaar in het bestaan van de vereniging gerekend vanaf
    de oprichtingsdatum.
    Naam, zetel en oprichtingsdatum
    Artikel 2
  10. De vereniging is genaamd: IJsvereniging Eenrum.
  11. De vereniging heeft haar zetel in Eenrum (gemeente Het Hogeland).
  12. De vereniging is opgericht op één november negentienhonderddertig en is
    aangegaan voor onbepaalde tijd.
    Doel
    Artikel 3
  13. De vereniging stelt zich ten doel het bevorderen en het doen bevorderen van
    de schaatssport in Nederland en met name in Eenrum, in welke
    verschijningsvorm dan ook, alsmede het verrichten van alle handelingen die
    met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe
    bevorderlijk kunnen zijn.
  14. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
    a. het lidmaatschap van de bond en/of lidmaatschap van een gewest van
    de bond, als bedoeld in artikel 7 lid 1 van de statuten van de bond, te
    verwerven en te behouden en/of;
  • 3 –
    b. haar leden te laten deelnemen aan de door de bond georganiseerde of
    goedgekeurde competities, wedstrijden en andere activiteiten op het
    gebied van de schaatssport en/of de skatesport, in welke
    verschijningsvorm dan ook en/of;
    c. het uitschrijven en organiseren van wedstrijden, demonstraties en
    examens voor alle disciplines op het gebied van de schaatssport en/of de
    skatesport en/of;
    d. het uitschrijven en organiseren van natuurijstochten en/of skatetochten
    en/of;
    e. het bevorderen van het recreatief schaatsen en/of skaten en/of;
    f. het verstrekken van inlichtingen ten dienste van de schaatssport en/of
    de skatesport en/of;
    g. het aanleggen, instandhouden en exploiteren van een natuurijs- en/of
    skatebaan en/of;
    h. andere wettige en geoorloofde middelen.
    Leden en lidmaatschap
    Artikel 4
  1. De vereniging kent leden en donateurs (zie artikel donateurs).
  2. Leden zijn die natuurlijke personen, die door het bestuur als lid zijn
    toegelaten.
  3. De vereniging kan als leden hebben:
    a. seniorleden;
    b. juniorleden;
    c. ereleden;
    d. leden van verdienste.
  4. Seniorleden kunnen slechts zijn zij die aan het begin van het lopende boekjaar
    achttien jaar of ouder zijn en die, op grond van een schriftelijke of langs
    elektronische weg bij het bestuur gedane aanmelding, door het bestuur dan
    wel de algemene vergadering als zodanig zijn toegelaten, dan wel zij die op
    grond van het bepaalde in de laatste volzin van het volgende lid seniorlid zijn
    geworden.
    Seniorleden zijn leden van de vereniging in de zin van de wettelijke
    bepalingen van Boek 2 van het BW en hebben toegang tot en stemrecht in de
    algemene vergadering.
  5. Juniorleden kunnen slechts zijn zij die vóór het begin van het lopende
    boekjaar jonger zijn dan achttien jaar en die, op grond van een schriftelijke of
    langs elektronische weg bij het bestuur gedane aanmelding, als zodanig door
    het bestuur dan wel de algemene vergadering zijn toegelaten.
    Juniorleden hebben zelf toegang tot en zelf stemrecht in de algemene
    vergadering zoals vastgelegd in artikel 2:38 BW.
  6. Een juniorlid wordt seniorlid zonder verdere formaliteiten.
  7. De algemene vergadering kan een natuurlijke persoon wegens zijn
    buitengewone verdiensten jegens de vereniging tot erelid benoemen. Een
    erelid heeft toegang tot de algemene vergaderingen en stemrecht.
  8. De algemene vergadering kan een natuurlijke persoon, die door zijn
    prestaties aanspraak kan maken op de erkentelijkheid van de vereniging, tot
    lid van verdienste benoemen. Een lid van verdienste heeft toegang tot de
    algemene vergaderingen en stemrecht.
  9. Het lidmaatschap is persoonlijk en kan niet worden overgedragen.
  • 4 –
  1. Nadere regels over de aanmelding, toelating, het lidmaatschap en dergelijke
    kunnen worden gesteld bij besluit van het bestuur en/of bij reglement.
    Verplichtingen van (niet) leden
    Artikel 5
  2. Leden en natuurlijke personen die, zonder dat zij lid zijn van de vereniging,
    een al dan niet betaalde functie binnen de vereniging uitoefenen of zullen
    uitoefenen zijn verplicht zich naar elkaar en naar de vereniging te onthouden
    van grensoverschrijdend gedrag, zoals discriminatie, integriteit, intimidatie,
    machtsmisbruik, matchfixing, pesten, seksuele intimidatie en misbruik en
    verboden middelen gebruik.
  3. Leden van de vereniging en natuurlijke personen, die, zonder dat zij lid zijn
    van de vereniging, een al dan niet betaalde functie binnen de vereniging
    uitoefenen of zullen uitoefenen zijn verder verplicht:
    a. de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging, alsmede van
    de organen van de vereniging na te leven;
    b. de statuten, reglementen en besluiten van de bond, alsmede van de
    organen van de bond na te leven en zich met name te onderwerpen aan
    de wedstrijdbepalingen van de bond en de bondsrechtspraak;
    c. de statuten, reglementen en besluiten van (organen van) de International
    Skating Union (ISU) respectievelijk World Skate respectievelijk World
    Skate Europe te aanvaarden en na te leven, voor zover dit voortvloeit uit
    de relatie tussen de vereniging en/of de bond en de ISU respectievelijk
    World Skate respectievelijk World Skate Europe.
    d. de statuten, reglementen en besluiten van de Stichting Instituut
    Sportrechtspraak (ISR) te aanvaarden en na te leven;
    e. de belangen van de vereniging, van de bond en van de schaatssport en
    de skatesport in het algemeen te dienen en niet te schaden;
    f. contributie te betalen;
    g. alle overige verplichtingen die de vereniging in naam of ten behoeve van
    de leden aangaat of die uit het lidmaatschap van de vereniging
    voortvloeien, te aanvaarden en na te komen.
  4. Ieder lid is verplicht zijn naam, adres, e-mail en telefoonnummer onverwijld
    schriftelijk of langs elektronische weg aan de vereniging op te geven
    alsmede wijzigingen daarin.
  5. Voor het overige kunnen door de vereniging slechts verplichtingen ten laste
    van de leden worden aangegaan na voorafgaande toestemming van de
    algemene vergadering.
    Contributie
    Artikel 6
  6. De leden zijn gehouden tot betalen van een jaarlijkse contributie, waarvan
    de hoogte zal worden vastgesteld door de algemene vergadering. Zij kunnen
    daartoe in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende contributie
    betalen.
  7. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke
    ontheffing van de verplichting tot het betalen van contributie te verlenen.
  8. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft
    desalniettemin de jaarlijkse contributie voor het geheel verschuldigd.
    Geldmiddelen
    Artikel 7
  • 5 –
  1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit:
    a. contributies van de leden;
    b. subsidies;
    c. donaties, erfstellingen en legaten;
    d. andere inkomsten.
  2. Erfstellingen kunnen alleen worden aanvaard onder het voorbehoud van
    boedelbeschrijving.
    Tuchtrechtspraak
    Artikel 8
  3. Aan de leden en natuurlijke personen die, zonder dat zij lid zijn van de
    vereniging, een al dan niet betaalde functie binnen de vereniging uitoefenen
    of zullen uitoefenen kunnen straffen of maatregelen worden opgelegd
    wegens:
    a. het niet, of niet behoorlijk, naleven van de statuten, reglementen en
    besluiten van de vereniging, alsmede van de organen van de vereniging;
    b. het niet, of niet behoorlijk, naleven van de statuten, reglementen en
    besluiten van de bond, alsmede van de organen van de bond;
    c. het niet, of niet behoorlijk, naleven van de statuten, reglementen en
    besluiten van organisaties waarbij de vereniging en/of de bond is/zijn
    aangesloten, alsmede van de organen van dergelijke organisaties;
    d. gedragingen waardoor de belangen van de vereniging en/of van de bond
    of de schaatssport en de skatesport, in welke verschijningsvorm dan ook,
    worden geschaad.
  4. Met de berechting van de in het eerste lid in sub a strafbaar gestelde
    overtredingen is het bestuur belast, behoudens voor zover het overtreding van
    de wedstrijdbepalingen betreft, waarvan de beoordeling naar haar aard dient
    plaats te vinden door die official(s), die speciaal met de handhaving daarvan
    ter plaatse van de betrokken wedstrijd of evenement belast is (zijn) en mits
    de tuchtcommissie van de bond daarmee niet is belast.
  5. Met inachtneming van het in het vorige lid bepaalde, is met de berechting van
    de in het eerste lid strafbaar gestelde overtredingen de tuchtcommissie van
    de bond belast, behoudens voor zover het overtreding van de
    wedstrijdbepalingen betreft, waarvan de beoordeling naar haar aard dient
    plaats te vinden door die official(s), die speciaal met de handhaving daarvan
    ter plaatse van de betrokken wedstrijd of evenement belast is (zijn).
  6. De tuchtcommissie van de bond is bevoegd tot strafoplegging. Tegen een
    uitspraak van de tuchtcommissie van de bond kan binnen een termijn van één
    maand beroep aangetekend worden bij de commissie van beroep van de
    bond.
  7. De tuchtrechtspraak van de bond is niet van toepassing op overtredingen op
    het gebied van seksuele intimidatie, doping en matchfixing.
  8. De uitvoering van de tuchtrechtspraak van de bond is geregeld in het
    “Reglement op de Bondsrechtspraak”, met dien verstande dat ook andere
    reglementen ter zake dienende regels kunnen bevatten.
    Instituut Sportrechtspraak (ISR)
    Artikel 9
  9. De tuchtrechtspraak op de gebieden seksuele intimidatie, doping en
    matchfixing is voorbehouden aan de aanklager, de tuchtcommissie en de
    commissie van beroep van het ISR.
  • 6 –
  1. Ten behoeve van de door het ISR in de bond uit te oefenen (tucht)rechtspraak
    heeft de bond met het ISR een daartoe strekkende overeenkomst gesloten in
    de zin van artikel 2:46 BW, krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van
    de overeengekomen rechtspraak in de bond wordt opgedragen aan het ISR.
  2. Het bestuur van de bond behoeft voor het aangaan en het wijzigen van de
    overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak de voorafgaande
    goedkeuring van de Ledenraad.
  3. Met betrekking tot de aan het ISR opgedragen (tucht)rechtspraak gelden de
    met het ISR overeengekomen reglementen als de van toepassing zijnde
    reglementen van de bond.
  4. De van toepassing zijnde reglementen van ISR zijn in de bond in werking
    getreden. Wijzigingen in de betreffende reglementen treden in werking op de
    door het bestuur van ISR vastgestelde datum. Het bestuur van de bond doet
    van deze datum alsmede van de wijzigingen in een reglement via een
    publicatie mededeling aan de leden. De bond is niet bevoegd zelf een wijziging
    in het reglement van ISR aan te brengen.
  5. Tenzij in een reglement van ISR anders is bepaald, zijn de van toepassing
    zijnde reglementen van ISR op de leden van de bond van toepassing volgens
    de laatste, door het bestuur van ISR vastgestelde versie, zoals gepubliceerd
    op de website van ISR.
  6. Overtredingen inzake seksuele intimidatie worden berecht door de aanklager,
    de tuchtcommissie van ISR en door de commissie van beroep van ISR met
    inachtneming van het Tuchtreglement seksuele intimidatie van ISR.
    Overtredingen van dopingbepalingen worden berecht door de aanklager, de
    tuchtcommissie van ISR en door de commissie van beroep van ISR met
    inachtneming van het Dopingreglement van ISR met inbegrip van de daarvan
    deel uitmakende Bijlagen, waaronder – maar niet uitsluitend – de Bijlage
    Dispensaties en de Bijlage Whereabouts, alsmede de door de ISU en/of World
    Skate van toepassing verklaarde sportspecifieke dopingbepalingen.
    Overtredingen van de matchfixingbepalingen worden berecht door de
    aanklager, de tuchtcommissie van ISR en door de commissie van beroep van
    ISR met inachtneming van het Matchfixingreglement van ISR.
  7. In gevallen van seksuele intimidatie, doping en matchfixing gelden de in lid 7
    genoemde reglementen als de van toepassing zijnde reglementen van de
    bond. De reglementen van ISR worden door het bestuur van ISR vastgesteld
    en gewijzigd. De reglementen van ISR regelen de bevoegdheden en werkwijze
    van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep, alsmede de
    overtreding, de op te leggen straffen, de procesgang en de rechten en
    verplichtingen van het in overtreding zijnde lid.
  8. Voor de duur van de overeenkomst zoals genoemd in lid 2, zijn de aanklager,
    de tuchtcommissie van ISR en de commissie van beroep van ISR een orgaan
    van de bond. Zij spreken recht in naam van de bond en hun uitspraken gelden
    als uitspraken van de bond. De aanklager kan maatregelen nemen
    overeenkomstig het van toepassing verklaarde reglement(en). De maatregel
    geldt als maatregel van de bond. De aanklager van ISR wordt bijgestaan door
    het ambtelijk secretariaat en het juridisch secretariaat van ISR.
  9. Een aanklager van ISR treedt af indien hij tot het bondsbestuur, een
    sectiebestuur, de ledenraad, de tuchtcommissie of de commissie van beroep
    wordt benoemd.
  • 7 –
  1. De bond vrijwaart het ISR, zijn bestuursleden, zijn aanklagers, zijn
    tuchtrechters, zijn ambtelijke secretariaat, zijn juridisch secretariaat, zijn
    deskundigen en zijn juridisch adviseur voor elke aansprakelijkheid ten aanzien
    van zowel de door of namens ISR verzorgde rechtspleging betreffende de
    bond. Indien een beslissing van de aanklager, tot gevolg heeft dat een besluit
    nietig is of wordt vernietigd, kan hieraan door het betrokken lid noch door
    derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend, terwijl evenmin
    aanspraak kan worden gemaakt op een gewijzigde uitslag of op het opnieuw
    houden van een wedstrijd en/of evenement.
  2. Wanneer in een door de bond aanhangig te maken zaak regelgeving van
    toepassing is van ISU of World Skate doet het bestuur van de bond hiervan
    uitdrukkelijk mededeling bij het aanhangig maken van een zaak. Tevens
    overlegt het bestuur van de bond de juiste versie van de betreffende
    regelgeving van ISU of World Skate en geeft zij aan welke bepaling(en) naar
    haar oordeel van toepassing is/zijn.
  3. Een uitspraak van de tuchtcommissie van het ISR en/of van de commissie van
    beroep van ISR alsook de gevolgen van die uitspraak, worden uitdrukkelijk
    aanvaard en de uitspraak is bindend, zowel voor het betrokken lid, de andere
    leden van de bond als voor de bond zelf.
  4. Alle leden, organen en commissies van de bond zijn gehouden mede te
    werken aan het tot stand komen van een uitspraak van de tuchtcommissie
    van ISR en/of van de commissie van beroep van ISR en zijn tevens gehouden
    mee te werken aan het ten uitvoerleggen van de door deze commissies
    opgelegde straffen.
  5. Wanneer de reglementering van ISU of World Skate daarin voorziet, kunnen
    leden van de bond die door de commissie van beroep van ISR tuchtrechtelijk
    zijn bestraft hiervan in beroep gaan bij de Court of Arbitration for Sports
    (CAS) te Lausanne (Zwitserland). Op deze laatste beroepsprocedure zijn van
    toepassing de reglementen en besluiten van de CAS. De reglementen van ISR
    zijn alsdan op die beroepsprocedure niet van toepassing.
    Geschillen
    Artikel 10
  6. Alle geschillen, met uitzondering van geschillen omtrent doping, matchfixing
    en seksuele intimidatie, voor zover deze samenhangen met de beoefening van
    de schaatssport en de skatesport in de vereniging, in welke verschijningsvorm
    dan ook, die zijn gerezen tussen:
    a. enerzijds de vereniging en anderzijds een orgaan van de vereniging, een
    lid of een persoon bedoeld in artikel 5 lid 1;
    b. personen bedoeld in artikel 5 lid 1 of leden onderling,
    worden, met uitsluiting van de burgerlijk rechter, in de vorm van bindend
    advies beslecht door de geschillencommissie van de bond. De competentie en
    samenstelling van deze commissie, evenals de procesgang worden nader bij
    algemeen reglement van de bond vastgesteld.
  7. Een geschil wordt geacht aanwezig te zijn, indien een van beide partijen
    verklaart dat dit het geval is.
  8. In alle gevallen, waarin de uitleg van deze statuten of de reglementen van de
    vereniging twijfel oproept of aanleiding geeft tot een geschil, kan, een
    belanghebbende partij dit schriftelijk of langs elektronische weg voorleggen
    aan de reglementencommissie van de bond. De reglementencommissie van de
  • 8 –
    bond doet daarover in de vorm van een bindend advies uitspraak. De
    samenstelling van de reglementencommissie van de bond, evenals de
    werkwijze worden bij algemeen reglement van de bond vastgesteld.
    Einde lidmaatschap
    Artikel 11
  1. Het lidmaatschap eindigt door:
    a. de schriftelijke opzegging door het lid aan het bestuur;
    b. het overlijden van het lid;
    c. opzegging namens de vereniging;
    d. ontzetting.
  2. Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur.
    Ontzetting door de vereniging geschiedt door het bestuur, tenzij in het
    tuchtreglement of bij ISR anders is bepaald.
  3. a. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts tegen het einde
    van een boekjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van
    tenminste vier weken plaatsvinden. Op deze termijn is de Algemene
    Termijnenwet niet van toepassing.
    b. Een opzegging in strijd met het bepaalde in vorige lid doet het
    lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de
    datum waartegen was opgezegd.
    c. Behalve in geval van overlijden, wordt een lid dat heeft opgezegd, geacht
    nog lid te zijn zolang het niet heeft voldaan aan de geldelijke
    verplichtingen ten opzichte van de vereniging of zijn organen, of zolang
    enige aangelegenheid waarbij het lid is betrokken niet is afgewikkeld. De
    tenuitvoerlegging van een opgelegde straf is daarbij inbegrepen.
    Gedurende deze periode kan het betrokken lid geen lidmaatschapsrechten
    uitoefenen. Het bestuur stelt alsdan de datum vast waarop het
    lidmaatschap eindigt.
  4. Een lid kan het lidmaatschap met onmiddellijke ingang beëindigen:
    a. wanneer redelijkerwijs niet kan worden gevergd het lidmaatschap te
    laten voortduren;
    b. binnen een maand nadat een besluit, waarbij zijn rechten zijn beperkt of
    verplichtingen zijn verzwaard, hem is bekend geworden of medegedeeld,
    in welk geval het besluit alsdan niet op hem van toepassing is. Deze
    bevoegdheid tot opzegging komt het lid niet toe wanneer rechten en
    verplichtingen worden gewijzigd, die in de statuten nauwkeurig zijn
    omschreven, wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen hieronder
    begrepen;
    c. binnen een maand nadat hem een besluit is medegedeeld tot omzetting
    van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing.
  5. De vereniging kan het lidmaatschap van een lid opzeggen:
    a. in de gevallen in de statuten genoemd;
    b. wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten die de
    statuten aan het lidmaatschap stellen;
    c. wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het
    lidmaatschap te laten voortduren.
  6. Ontzetting (als disciplinaire maatregel) kan alleen worden uitgesproken
    wanneer een lid:
  • 9 –
    a. grovelijk in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de
    vereniging of van organen van de vereniging handelt;
    b. de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
  1. Van een besluit tot opzegging of van ontzetting staat de betrokkene binnen
    een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep op
    de algemene vergadering open. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk
    van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de
    beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst, met dien
    verstande dat het geschorste lid het recht heeft zich in de algemene
    vergadering, waarin het beroep wordt behandeld, te verweren.
    Donateurs
    Artikel 12
  2. Donateurs zijn natuurlijke personen of rechtspersonen, die door het bestuur
    als donateur zijn toegelaten en die zich jegens de vereniging verplichten om
    jaarlijks of eenmalig een door de algemene vergadering vastgestelde
    bijdrage te voldoen.
  3. Donateurs hebben geen andere rechten of verplichtingen dan die welke hun
    bij of krachtens deze statuten of reglementen van de vereniging zijn
    toegekend of opgelegd.
  4. De rechten en verplichtingen van donateurs kunnen te allen tijde door de
    vereniging door opzegging worden beëindigd, met dien verstande dat de
    jaarlijkse bijdrage voor het lopende boekjaar voor het geheel verschuldigd
    blijft.
  5. Opzegging namens de vereniging geschiedt schriftelijk of langs elektronische
    weg door het bestuur.
  6. Voorts eindigt het donateurschap na:
    a. het overlijden of schriftelijke opzegging van natuurlijke personen
    b. het ophouden te bestaan of een schriftelijke opzegging van
    rechtspersonen.
    Bestuur
    Artikel 13
  7. Het bestuur bestaat uit een door de algemene vergadering vast te stellen
    aantal van ten minste vijf (5) meerderjarige natuurlijke personen.
  8. Bestuursleden worden door de algemene vergadering benoemd uit de leden.
  9. De voorzitter, secretaris en penningmeester van het bestuur worden in
    functie benoemd. De functies van secretaris en penningmeester kunnen in
    één persoon verenigd worden. De overige functies binnen het bestuur
    worden onderling verdeeld.
  10. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of meer bindende
    voordrachten, onverminderd het bepaalde in het volgende lid. Tot het
    opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als tien of
    meer leden. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de
    vergadering meegedeeld. Een voordracht door tien of meer leden moet
    uiterlijk vijf dagen vóór de aanvang van de vergadering schriftelijk of langs
    elektronische weg bij het bestuur worden ingediend, tezamen met een
    schriftelijke of elektronische verklaring van de kandidaat dat hij een
    benoeming zal aanvaarden. Een dergelijke bindende voordracht wordt op de
    algemene vergadering meegedeeld.
  11. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een

– 10

met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte
stemmen genomen besluit van de algemene vergadering.

  1. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene vergadering
    overeenkomstig het bepaalde in het vorige lid aan de opgemaakte
    voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de algemene
    vergadering vrij in haar keuze.
  2. In (tussentijdse) vacatures wordt door de eerstvolgende algemene
    vergadering voorzien.
    Bestuurstaak
    Artikel 14
  3. Het bestuur is, behoudens beperkingen volgens de statuten, belast met het
    besturen van de vereniging.
  4. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich steeds naar het
    belang van de vereniging en de daarmee verbonden organisatie. Daartoe
    wordt (onder andere) een adequaat controlesysteem ingesteld.
  5. Indien het aantal bestuursleden beneden het op enig moment door de
    algemene vergadering vastgestelde minimum is gedaald, blijft het bestuur
    bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene
    vergadering te beleggen, waarin de voorziening in de open plaats of open
    plaatsen aan de orde komt.
  6. Het bestuur houdt een ledenregister bij waarin de namen, adressen, emailadressen en eventueel telefoonnummers van alle leden zijn opgenomen.
  7. Het bestuur is verplicht alle leden van de vereniging op te geven en af te
    melden bij de bond, op de door het bondsbestuur bij reglement bepaalde
    wijze.
  8. De vereniging is als gewoon lid van de bond, als bedoeld in artikel 5 lid 1 sub
    a en lid 2 van de statuten van de bond, ingedeeld in een gewest van de
    bond, als bedoeld in artikel 7 lid 1 van de statuten van de bond, en kan
    middellijk of onmiddellijk deelnemen aan de verkiezing van gewestelijke
    afgevaardigden, overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 lid 3 van de
    statuten van de bond. Elk van deze gewestelijke afgevaardigden heeft het
    recht om ter vergadering van de ledenraad van de bond ten minste één stem
    uit te brengen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 lid 4 sub a tot en
    met sub c van de statuten van de bond.
    Vertegenwoordiging
    Artikel 15
  9. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging, voor zover uit de wet niets
    anders voortvloeit.
  10. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering,
    bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging,
    vervreemding en bezwaring van registergoederen en van overeenkomsten
    waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt,
    zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld
    van een ander verbindt en tot vertegenwoordiging van de vereniging terzake
    van deze handelingen. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen
    derden beroep worden gedaan.
  11. Onverminderd het in het vorig lid bepaalde, wordt de vereniging
    vertegenwoordigd door:
    a. hetzij het bestuur;

– 11

b. hetzij twee gezamenlijk handelende bestuursleden.

  1. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan één of meer
    bestuursleden, alsook aan derden, om de vereniging binnen de grenzen van
    die volmacht te vertegenwoordigen.
    Bestuursvergaderingen
    Artikel 16
  2. Het bestuur vergadert minstens twee keer per jaar en verder zo vaak, als de
    voorzitter, de secretaris of twee andere bestuursleden dit wenselijk achten.
    De vergaderingen van het bestuur worden schriftelijk of langs elektronische
    weg opgeroepen door of namens de voorzitter van het bestuur met
    inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van
    oproeping en die van de vergadering daaronder niet begrepen. De
    oproepingsbrief bevat de datum, het uur en de plaats van de vergadering,
    alsmede de agenda.
  3. Indien de oproepingstermijn vermeld in het vorige lid niet in acht is
    genomen, kan ter vergadering slechts besluitvorming plaatsvinden met
    algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuursleden. Deze wijze van
    besluitvorming geldt tevens met betrekking tot onderwerpen die niet
    geplaatst zijn op de agenda in het vorige lid vermeld.
  4. Op een daartoe strekkend verzoek van de secretaris of ten minste twee
    andere bestuursleden dient de voorzitter binnen één week na ontvangst van
    dat verzoek over te gaan tot oproeping tot een bestuursvergadering. Blijft hij
    in gebreke, dan kunnen de verzoeker(s) zelf de vergadering (doen)
    oproepen.
  5. Toegang tot de bestuursvergaderingen hebben de bestuursleden, alsmede zij
    die daartoe door de voorzitter van het bestuur worden uitgenodigd.
    Geschorste bestuursleden hebben geen toegang tot de
    bestuursvergaderingen.
  6. De voorzitter van het bestuur heeft de leiding van de vergaderingen van het
    bestuur. Bij afwezigheid van de voorzitter voorziet het bestuur zelf in de
    leiding van zijn vergaderingen.
  7. Van het verhandelde in elke bestuursvergadering worden notulen
    opgemaakt. Deze notulen, waaruit de besluiten blijken, worden in de
    eerstvolgende vergadering door het bestuur vastgesteld.
    Besluitvorming van het bestuur
    Artikel 17
  8. Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
  9. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming
    indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat
    tegenstrijdig kan zijn met het belang van de vereniging of als het van
    invloed kan zijn op het te nemen bestuursbesluit. Wanneer hierdoor geen
    besluit kan worden genomen is een reeds door de algemene vergadering
    aangewezen continuïteitscommissie of de algemene vergadering bevoegd het
    betreffende besluit te nemen.
  10. Het bestuur kan slechts geldige besluiten nemen in een vergadering, waarin
    ten minste de helft van de in functie zijnde bestuursleden aanwezig of
    vertegenwoordigd is, hetzij in persoon, hetzij via een elektronisch
    communicatiemiddel.

– 12

  1. Een bestuurslid kan zich door een ander bestuurslid bij schriftelijke volmacht
    ter vergadering doen vertegenwoordigen. Aan de eis van schriftelijkheid van
    de volmacht wordt ook voldaan indien de volmacht elektronisch is
    vastgelegd. Een bestuurslid kan als gevolmachtigde slechts voor één ander
    bestuurslid ter vergadering zijn stem uitbrengen.
  2. Bij belet (langdurig tijdelijke afwezigheid) of ontstentenis (overlijden,
    schorsing of ontslag) van één of meer bestuurders berust het bestuur bij de
    overige (niet door belet of ontstentenis afwezige) bestuurder(s). Bij belet of
    ontstentenis van het voltallige bestuur berust het bestuur bij een reeds door
    de algemene vergadering aangewezen continuïteitscommissie of bij de
    algemene vergadering. De algemene vergadering kan zelf een besluit
    nemen, dan wel één of meerdere personen aanwijzen om tijdelijk in het
    bestuur van de vereniging te voorzien.
  3. Alle besluiten in bestuursvergaderingen worden genomen met volstrekte
    meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen worden geacht
    niet te zijn uitgebracht. Indien de stemmen staken, is het voorstel
    verworpen.
  4. Alle stemmingen geschieden mondeling. Echter de voorzitter kan bepalen dat
    de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Indien het betreft een
    verkiezing van personen kan ook een aanwezige stemgerechtigde verlangen
    dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Schriftelijke stemming
    geschiedt door middel van ongetekende stembriefjes.
  5. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in vergadering besluiten nemen,
    mits alle in functie zijnde bestuursleden in de gelegenheid worden gesteld
    hun stem uit te brengen, en zij zich allen schriftelijk of langs elektronische
    weg, vóór het voorstel hebben verklaard. Van een buiten vergadering
    genomen besluit wordt door de secretaris een verslag opgemaakt, dat bij de
    notulen wordt gevoegd en ook goedgekeurd.
  6. Overige regels omtrent de vergaderingen en de besluitvorming van het
    bestuur kunnen door het bestuur in een reglement worden vastgesteld.
    Bestuur: schorsing, periodiek aftreden, einde bestuurslidmaatschap
    Artikel 18
  7. Een bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering worden
    geschorst en ontslagen. Een besluit tot schorsing of ontslag van een
    bestuurslid kan slechts door de algemene vergadering worden genomen met
    een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen
    en mits het desbetreffende bestuurslid in de gelegenheid is gesteld zich
    tegenover de algemene vergadering te verklaren.
  8. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot
    ontslag eindigt door verloop van die termijn. Gedurende de periode waarin
    een bestuurslid is geschorst, kan dit bestuurslid zijn functie niet uitoefenen.
  9. Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, volgens een
    door het bestuur op te maken rooster van aftreden. De aftredende is
    terstond, al dan niet aansluitend, doch ten hoogste tweemaal
    herbenoembaar, telkens voor een periode van uiterlijk drie jaar.
    Hetgeen in deze statuten over de benoeming van bestuursleden is bepaald,
    is van overeenkomstige toepassing op de herbenoeming van bestuursleden.
    Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van
    aftreden in beginsel de plaats van zijn voorganger in.

– 13

  1. Het bestuurslidmaatschap eindigt voor een bestuurslid door:
    a. zijn vrijwillig aftreden;
    b. het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn
    aftreden volgens het rooster van aftreden als bedoeld in lid 3;
    c. zijn overlijden;
    d. het eindigen van zijn lidmaatschap van de vereniging;
    e. zijn ontslag aan hem verleend door de algemene vergadering;
    f. zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als
    gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over een
    of meer van zijn goederen wordt ingesteld.
    Boekjaar, jaarverslag, jaarrekening, rekening en verantwoording
    Artikel 19
  2. Het boekjaar (tevens het verenigingsjaar van de vereniging) loopt van één
    november tot en met éénendertig oktober.
  3. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging
    zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde zijn rechten en
    verplichtingen kunnen worden gekend.
  4. Het bestuur brengt op de jaarlijkse algemene vergadering binnen zes
    maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze
    termijn door de algemene vergadering, een jaarverslag uit over de gang van
    zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de jaarrekening
    ter goedkeuring aan de algemene vergadering over, waarbij gevoegd, indien
    aan een accountant als bedoeld in het volgende lid opdracht tot onderzoek
    van de jaarrekening is verleend, een verklaring omtrent de getrouwheid
    daarvan afkomstig van deze accountant. De jaarrekening wordt ondertekend
    door de bestuursleden; ontbreekt de ondertekening van een of meer van
    hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na
    verloop van de termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuursleden in
    rechte vorderen dat zij deze verplichtingen nakomen.
  5. De vereniging kan opdracht tot onderzoek van de jaarrekening verlenen aan
    een accountant bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het BW. Tot het verlenen
    van de opdracht aan de accountant is de algemene vergadering bevoegd.
    Gaat deze daartoe niet over, dan is het bestuur bevoegd.
    De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur, en
    geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de
    getrouwheid van de jaarrekening. Indien aan een accountant opdracht tot
    onderzoek van de jaarrekening is verleend, is het bestuur verplicht hem ten
    behoeve van zijn onderzoek alle door hem gevraagde inlichtingen te
    verschaffen, hem desgewenst de kas en de waarden te vertonen en de
    boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor
    raadpleging beschikbaar te stellen.
  6. Indien geen opdracht aan een accountant als bedoeld in het vorige lid tot
    onderzoek van de jaarrekening is verleend, benoemt de algemene
    vergadering jaarlijks uit de leden een commissie van ten minste twee
    personen, die geen deel van het bestuur mogen uitmaken.
    De (kas)commissie onderzoekt de jaarrekening en brengt aan de algemene
    vergadering verslag van haar bevindingen uit. Het bestuur is verplicht de
    commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde
    inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te

– 14

vertonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de
vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen. Vereist het onderzoek
bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie zich door een
deskundige doen bijstaan.

  1. De last van de in het vorige lid bedoelde commissie kan te allen tijde door de
    algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming
    van een andere commissie.
  2. Goedkeuring van de jaarrekening door de algemene vergadering strekt niet
    tot decharge van de bestuursleden voor het gevoerde beleid over het
    afgelopen boekjaar.
    Nadat het voorstel tot goedkeuring van de jaarrekening aan de orde is
    geweest, zal aan de algemene vergadering het voorstel worden gedaan om
    decharge te verlenen aan de bestuursleden voor het door hen gevoerde
    beleid over het afgelopen boekjaar, voor zover van dat beleid uit de
    jaarrekening blijkt of over dat beleid in de algemene vergadering
    mededelingen zijn gedaan.
  3. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in dit artikel te bewaren
    gedurende de door de wet daarvoor bepaalde termijn (zeven jaar).
  4. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op
    papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere
    gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging
    geschiedt met juiste en volledige weergave van de gegevens en deze
    gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen
    redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
    Algemene vergadering
    Artikel 20
  5. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden
    toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
  6. In de in lid 3 van het vorige artikel bedoelde jaarlijkse algemene vergadering
    komen onder meer aan de orde:
    a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in het vorige
    artikel, met het verslag van de aldaar bedoelde accountant dan wel
    (kas)commissie;
    b. voorziening in eventuele vacatures;
    c. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping
    voor de vergadering.
  7. Andere algemene vergaderingen worden gehouden, zo dikwijls het bestuur
    dit wenselijk oordeelt.
  8. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig
    aantal leden als is gerechtigd tot het uitbrengen van ten minste een tiende
    gedeelte van het aantal stemmen dat in een voltallige algemene vergadering
    kan worden uitgebracht, verplicht tot het bijeenroepen van een algemene
    vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken.
    Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven,
    kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping
    overeenkomstig het bepaalde in het volgende lid, met inachtneming van de
    oproepingstermijn. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan de
    bestuursleden belasten met de leiding van de algemene vergadering en het
    opstellen van de notulen.

– 15

  1. De algemene vergaderingen worden, onverminderd het bepaalde in lid 4,
    bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt door toezending
    van een aankondiging aan de adressen van alle leden volgens het
    ledenregister via schriftelijke of elektronische weg. De termijn voor de
    oproeping bedraagt ten minste zeven dagen, de dag van de verzending niet
    meegerekend.
  2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld,
    onverminderd het bepaalde in de artikelen 25 en 26.
    Algemene vergadering: toegang en stemrecht
    Artikel 21
  3. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden. Geschorste leden
    hebben enkel toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing
    van het lid wordt behandeld, en zijn bevoegd daarover dan het woord te
    voeren.
  4. Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist het
    bestuur dan wel de voorzitter van de algemene vergadering.
  5. Ieder lid, zoals beschreven in artikel 4, heeft één stem.
  6. Een lid kan een ander lid schriftelijk of elektronisch een volmacht verlenen
    om ter vergadering zijn stem te doen uitbrengen.
  7. Een lid kan als gevolmachtigde slechts voor één ander lid ter vergadering
    zijn stem uitbrengen.
  8. Onverminderd het bepaalde in de vorige leden kan een lid ook door middel
    van een elektronisch communicatiemiddel aan de algemene vergaderingen
    deelnemen, daarin het woord voeren en zijn stem uitbrengen.
    Daartoe is vereist dat het lid via het elektronisch communicatiemiddel
    i) kan worden geïdentificeerd,
    ii) rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering,
    iii) kan deelnemen aan de beraadslaging en
    iv) het stemrecht kan uitoefenen.
  9. Nadere regels omtrent het deelnemen aan en het stemmen in algemene
    vergaderingen door middel van een elektronisch communicatiemiddel
    kunnen door het bestuur in een reglement worden vastgesteld.
    Algemene vergadering: voorzitterschap en notulen
    Artikel 22
  10. De voorzitter van het bestuur heeft de leiding van de algemene
    vergaderingen. Bij afwezigheid van de voorzitter van het bestuur, neemt de
    vooraf door het bestuur aangewezen vervanger de leiding van de algemene
    vergaderingen. Bij afwezigheid van de zowel de voorzitter als de vervanger
    voorziet de algemene vergadering zelf in de leiding van haar vergaderingen.
  11. Van het verhandelde in elke algemene vergadering worden notulen
    opgemaakt. Deze notulen worden in de eerstvolgende algemene vergadering
    vastgesteld, en ten blijke daarvan ondertekend door de voorzitter en door
    degene die de notulen heeft opgesteld. Zij die de algemene vergadering
    bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen
    opmaken. De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter
    kennis van de leden gebracht.
    Algemene vergadering: besluitvorming
    Artikel 23

– 16

  1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter
    omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de
    inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet
    schriftelijk vastgelegd voorstel.
  2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van een in het vorige lid bedoeld
    oordeel de juistheid ervan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats,
    indien de meerderheid van de algemene vergadering of, indien de
    oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een
    stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming
    vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  3. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten
    van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de
    uitgebrachte stemmen.
  4. De voorzitter van de vergadering kan ter vergadering een stembureau
    instellen, dat bestaat uit een door hem te bepalen aantal leden, waaronder
    ten minste een door hem in functie aan te wijzen voorzitter en één ander lid.
  5. Ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. Als
    ongeldige stemmen worden aangemerkt stemmen of stembiljetten die naar
    het oordeel van de voorzitter van de vergadering dan wel van de voorzitter
    van het daartoe ingestelde stembureau:
    a. blanco zijn;
    b. niet ondertekend zijn;
    c. onleesbaar zijn;
    d. een persoon niet duidelijk aanwijzen;
    e. een naam bevatten van een persoon die niet kandidaat is gesteld, tenzij
    er een vrije verkiezing is;
    f. voor een verkiesbare plaats meer dan één naam bevatten;
    g. meer bevatten dan een duidelijke aanwijzing van de persoon, die wordt
    bedoeld.
  6. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid
    heeft verkregen, heeft een tweede stemming, of in geval van een bindende
    voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten,
    plaats. Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen,
    dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte
    meerderheid heeft gekregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de
    stemmen staken. Bij deze herstemmingen, waaronder niet is begrepen de
    tweede stemming, wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij de
    voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op
    wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is
    uitgebracht. In geval bij een stemming tussen twee personen de stemmen
    staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen. Ingeval van loting bepaalt
    de voorzitter van de vergadering de wijze van loting.
  7. Indien de stemmen staken over een voorstel niet betreffende een verkiezing
    van personen, dan is het verworpen.
  8. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke
    stemming wenselijk acht of een of meer van de stemgerechtigden zulks vóór
    de stemming verlangen. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende
    gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een
    stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.

– 17

  1. Een eenstemmig besluit van alle stemgerechtigde leden, ook al zijn deze niet
    in een algemene vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het
    bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene
    vergadering.
  2. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of
    vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met
    algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen, dus
    mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding, ook al heeft geen
    oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied
    of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van algemene
    vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht
    genomen.
    Commissies
    Artikel 24
  3. Het bestuur is bevoegd om onder zijn verantwoordelijkheid, tijdelijk dan wel
    permanent, bepaalde onderdelen van zijn taak te laten uitvoeren door
    commissies dan wel om zich door commissies te doen adviseren. De leden
    van een dergelijke commissie worden benoemd, geschorst en ontslagen door
    het bestuur, dat eveneens de taken en bevoegdheden van deze commissie
    vastlegt.
  4. Van het instellen van dergelijke commissies en van het benoemen van leden
    van dergelijke commissies doet het bestuur mededeling aan de leden.
    Statutenwijziging
    Artikel 25
  5. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan
    door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met
    de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
    De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste
    zeven dagen.
  6. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een
    voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen
    vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen
    wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de
    leden ter inzake leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering
    wordt gehouden.
  7. Een besluit tot statutenwijziging behoeft:
    a. een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte
    stemmen, en
    b. de goedkeuring van het bondsbestuur.
  8. Een statutenwijziging treedt niet in werking, dan nadat hiervan een notariële
    akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid
    zelfstandig bevoegd.
    Ontbinding en vereffening
    Artikel 26
  9. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene
    vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het voorgaande artikel
    is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding.
  10. Indien bij een besluit tot ontbinding geen vereffenaars zijn aangewezen door
    de algemene vergadering, geschiedt de vereffening door het bestuur.

– 18

  1. Een eventueel batig saldo zal worden aangewend voor door de algemene
    vergadering te bepalen zodanige doeleinden als het meest met het doel van
    de vereniging overeenstemmend.
  2. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot
    vereffening van het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de
    bepalingen van deze statuten en reglementen van de vereniging voor zover
    mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging
    uitgaan, moet aan zijn naam worden toegevoegd ‘in liquidatie’.
  3. De boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden
    vereniging worden, nadat de vereniging heeft opgehouden te bestaan,
    bewaard gedurende de door de wet daarvoor bepaalde termijn, door de door
    de vereffenaars daartoe aangewezen persoon.
    Huishoudelijk reglement en andere reglementen
    Artikel 27
  4. Behoudens het elders bij of krachtens deze statuten bepaalde, worden alle
    reglementen van de vereniging, waaronder begrepen het huishoudelijk
    reglement, door het bestuur, met goedkeuring van de algemene
    vergadering, vastgesteld en kunnen zij door het bestuur, met goedkeuring
    van de algemene vergadering, worden gewijzigd of geschrapt.
  5. In het huishoudelijk reglement en de andere reglementen van de vereniging
    worden die onderwerpen geregeld die in deze statuten niet of niet volledig
    zijn geregeld. Het huishoudelijk reglement en de andere reglementen van de
    vereniging mogen niet in strijd zijn met de wet, ook waar deze geen
    dwingend recht bevat, en deze statuten.
  6. Behalve in deze statuten kunnen aan de leden verplichtingen worden
    opgelegd bij reglement, (gedrags-)codes of bij besluit van het bestuur of van
    de algemene vergadering. De verplichtingen kun ook inhouden, naast
    financiële verplichtingen, het uitvoeren van vrijwilligerswerkzaamheden ten
    behoeve van de vereniging.
    Slotbepaling
    Artikel 28
    Onverminderd het bepaalde in artikel 10 lid 3, beslist het bestuur in alle
    gevallen, waarin noch de wet, noch deze statuten, noch de reglementen van de

vereniging voorzien.

WAARVAN AKTE is verleden te Groningen op de datum in het hoofd van deze
akte vermeld.
De comparant is mij, notaris bekend, de identiteit is vastgesteld aan de hand van
een daartoe bestemd document. De zakelijke inhoud van de akte is aan hem
opgegeven en toegelicht. De comparant heeft verklaard op volledige voorlezing
van de akte geen prijs te stellen, tijdig voor het verlijden een conceptakte te
hebben ontvangen, van de inhoud van deze akte te hebben kennis genomen en
te zijn gewezen op de gevolgen, die voor partijen uit de akte voortvloeien.
Deze akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door
de comparant en vervolgens door mij, notaris, om zestien uur en vijfentwintig
minuten.
Volgt ondertekening.